God heeft het eerste woord – een Bijbellied van Jan Wit

KLIK OP ONDERSTAANDE LINK:

GEZANG 1 – LIEDBOEK VOOR DE KERKEN 1973

1 God heeft het eerste woord.
Hij heeft in den beginne
het licht doen overwinnen,
Hij spreekt nog altijd voort.

2 God heeft het eerste woord.
Voor wij ter wereld kwamen,
riep Hij ons reeds bij name,
zijn roep wordt nog gehoord.

[2a God heeft het laatste woord
Al moeten wij neerzijgen
in ’t somber rijk van ’t zwijgen
het wordt door Hem verstoord]

3 God heeft het laatste woord.
Wat Hij van oudsher zeide,
wordt aan het eind der tijden
in heel zijn rijk gehoord.

4 God staat aan het begin
en Hij komt aan het einde.
Zijn woord is van het zijnde
oorsprong en doel en zin.

Uit Wikipedia:

Jan Wit (Nijmegen, 7 juli 1914 – Groningen, 26 augustus 1980) was een Nederlands predikant, dichter en hymnoloog.
Jan Wit, die blind was, was van 1948 tot 1967 als predikant verbonden aan de Waalse gemeente van Nijmegen. Hij schreef een groot aantal teksten voor het Liedboek voor de Kerken.
In 1969 ontving hij een eredoctoraat aan de Rijksuniversiteit Groningen. Als theologiestudent behoorde hij tot de vriendenkring van Theo van Baaren en Gertrude Pape en droeg hij in de oorlogsjaren bij aan het baldadige en surrealistische maandblad met een oplage van één exemplaar De Schone Zakdoek.

Zeuren over het Nieuwe Liedboek – 4

Dit keer over drie liederen die in het Nieuwe Liedboek staan, en die ik een prachtige toevoeging vind.

Lied 885 (Groot is Uw trouw), 416 (Ga met God en Hij zal met je zijn) en 425 (Vervuld van Uw zegen).
Twee maal Nederland zingt, en lied 425 in de versie van Dennis Wubs in de Lutherse Gemeente Nieuwe Pekela. Opgenomen tijdens een dienst waarin ik voorging, dus mijn stem is daar nog net te horen.

Hutspot

Hoe oecumenisch is het nieuw liedboek van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied?

[…]

Wat er nu ligt ‘overstijgt in zijn verscheidenheid tegenstellingen tussen uiteenlopende kerkliedculturen en bergt een onuitputtelijke bron van gebruiksmogelijkheden in zich’, aldus Klaas Holwerda, secretaris van de ISK in een voorwoord. ‘Het eigene en kenmerkende van dit boek ligt onder meer in andere (onberijmde) vormen van psalmzingen, een aanzienlijk grotere afwisseling in genres, liederen voor kinderen en jongeren, voorbeelden van gezongen liturgie, verrassend nieuw materiaal uit zowel andere Europese landen als de wereldkerk, meditatieve zangvormen…’. ‘Tegenover een te eenzijdige focus op het heden of op het individu is evenwel de gemeenschap van de heiligen wereldwijd en de eeuwen door leidend geweest bij de samenstelling…’. Holwerda noemt vanuit die achtergrond het liedboek zelfs ‘een cultuurboek’.

Martin J.M. Hoondert, bijzonder hoogleraar ‘Muziek en christendom’ aan de Universiteit van Tilburg (een leerstoel van de Nederlandse Sint-Gregorius Vereniging), gaat in het Nederlands Dagblad van 9 augustus in op de oecumenische vernieuwing. ‘Ik zie in het nieuwe liedboek een tendens tot oecumene’, zegt hij, ‘en tot ‘ritueel zingen’’. Ritueel zingen is een vertrouwd fenomeen in de Rooms-Katholieke Kerk. Hoondert: ‘Protestanten hebben heel lang liederen in strofen gezongen. Die liederen waren vooral bedoeld als catechese, geloofsonderwijs. Elk lied bevatte als het ware een minitheologie. Maar in het nieuwe liedboek zie je meer korte liederen – een kyrie of gloria – waarbij het niet zozeer om de tekst gaat als wel om de handeling van het zingen. Het feit dat je zingt is dan vooral belangrijk’.

Een vergelijkbaar fenomeen ziet Hoondert in de praiseliederen in evangelische kring. ‘Veel van die liederen klinken een beetje hetzelfde. Er wordt veel in herhaald. Het gaat erom dat je in een flow komt, in een bepaalde sfeer. De tekst verdwijnt meer naar de achtergrond’. Hij vindt dat een positieve ontwikkeling. Het verbindt met andere kerken, maar het maakt ook duidelijk dat zingen meer is dan een verlengstuk van het onderricht. Wie het liedboek ter hand neemt ziet bijvoorbeeld in het register van het nieuwe liedboek vijftien keer een lied aangekondigd onder het woord ‘Kyrie’. Teksten zijn van onder meer de lutherse traditie, de orthodoxe traditie, uit Straatsburg en van hedendaagse cantores zoals Willem Blonk, lid van de projectgroep Vieren van de Raad van Kerken, afkomstig uit Rotterdam, die de melodie heeft gemaakt op een tekst van Harrie Wouters (‘Alle geluk’). Direct op dit lied (nummer 300c), volgt 301a: Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison; op orthodoxe muziek.

Er zijn ook andere zeer korte teksten. Bijvoorbeeld lied 332, een tekst van Anneke van Wijngaarden (zij maakt voor de Raad van Kerken het kindermateriaal van de week van gebed), op een melodie van opnieuw Willem Blonk. De tekst luidt: ‘Heer, laat uw woord spreken / op de adem van uw Geest’. Net daarvoor een tekst van Huub Oosterhuis op een melodie van Tom Löwenthal: ‘Roep onze namen dat wij U horen, / dat wij weer ademen, dat wij U leven’. Hoondert liet zich al eerder uit over het nieuwe liedboek. Op 12 april sprak hij in Het Goede Leven over een ‘postmodern liedboek, dat helemaal past bij onze cultuur’.

De eenheid die het nieuwe liedboek bevordert, is volgens hem, niet die van de eenvormigheid. De samenstellers van het ISK, waren zich dat ook bewust, toen zal in 2006 in een voorbereidende nota spraken over de pluriforme (liturgisch-muzikale) cultuur waarin het nieuwe liedboek tot stand komt. ‘Het verzamelen van een gezamenlijke liederenschat en het bijeen brengen daarvan in een nieuw liedboek bevordert de eenheid van de kerk’, schrijven ze. ‘De arbeid aan een nieuw liedboek versterkt de zoektocht naar meer samenhang ( ); ook als verschillende groepen binnen de kerk heel verschillende voorkeuren zullen hebben voor liederen van dit boek is en blijft het toch één gezamenlijk boek waaruit gezongen wordt.’

Marcel Barnard, hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit, sprak in dat verband van een ‘bricolageliturgie’ als het gaat over de liturgie van de protestanten. Hij doelt daarmee op het combineren van verschillende liturgische en liturgischmuzikale stijlen. Barnard noemde het ook een gerecht ‘met een aantal decibellen praise en een handjevol liedboek, gekruid met een snufje Oosterhuis, een biologische Ionasong, en een eetlepel verstilling à la Taizé, geserveerd op een bedje van klassiek-gereformeerde en oecumenisch-protestantse hutspot, voor de fijnproevers afgemaakt met een toefje Bach.’

Gevonden op http://www.raadvankerken.nl/pagina/2552/oecumene_in_liedboek